Wat verandert er precies?
Zoals eerder beschreven is het grootste verschil tussen GA4 en Universal Analytics de manier waarop data gemeten wordt. Waar UA volledig gebaseerd was op sessies is GA4 ingericht op events. Naast deze nieuwe manier van data meten verandert er visueel ook het één en ander. De interface ziet er heel anders uit en is uitgebreid met nieuwe features. Er wordt veel meer gebruik gemaakt van kaarten in plaats van tabellen. Daarnaast zijn de belangrijkste verschillen:
- Nieuwe rapporten voor meer inzichten
Het aantal rapporten is flink verminderd: van 150 naar 30. Google zelf geeft aan dat dit wel de beste en meest relevante rapporten zijn die zijn overgebleven. Middels deze rapporten kan je het beste inzicht krijgen in de digitale customer journey. De rapporten die nog vanuit UA zijn overgebleven zijn demografie, technologie, acquisitie & inkomsten. Nieuw zijn betrokkenheid en behoud.
- Nieuwe statistiek: sessies met betrokkenheid
GA4 maakt gebruik van een nieuw soort statistiek: het betrokkenheidspercentage. Deze statistiek laat zien welk gedeelte van de bezoekers betrokken zijn. In dit geval is een gebruiker betrokken wanneer hij of zij voor minimaal tien seconden de website bezoekt, er een conversie of andere gebeurtenis plaatsvindt of als er twee of meer pagina’s bezocht worden. Goed om te weten is dat deze tien seconden ook aangepast kunnen worden naar bijvoorbeeld 30 of 60 seconden. Iemand is immers al snel tien seconden op een pagina zonder verder heel betrokken te zijn.
- Van pageviews en sessies naar een event-gedreven datamodel
Het grootste verschil tussen UA en GA4 is de manier van meten. GA4 maakt gebruik van een event-gedreven datamodel. Door deze aanpassing ligt de nadruk veel meer op losse interacties en veel minder op sessies en paginaweergaven. Het event-gedreven datamodel meet een serie van events, zoals scrolldiepte, video views of een klik op een link. De belangrijkste drijfveer voor deze aanpassing is onder andere het feit dat steeds meer gebruikers gebruik maken van video’s, apps en onepagers. Hierdoor zijn sessies niet langer de meest relevante parameter om te blijven meten.
De verandering van UA naar GA4 heeft ook daadwerkelijk enkele voordelen, zoals:
- Een property – met GA4 wordt het mogelijk om alle gegevens van websites en apps in één property te laten verwerken. Ook worden gebruikers gevolgd op verschillende apparaten, die allemaal terug te vinden zijn in klantenrapportages.
- Machine learning – Door gebruik te maken van machine learning maakt GA4 het mogelijk om voorspellingen te doen en onberekende cookiedata in te vullen. Aangezien cookiedata steeds vaker geblokkeerd wordt, is dit zeer handig.
- Anonimiteit – binnen GA4 worden IP-adressen altijd anoniem gemaakt, waardoor het aan de laatste privacyregelgeving voldoet.
- Gebeurtenissen – binnen UA moesten gebeurtenissen als de scrolldiepte, video views en downloads handmatig geconfigureerd worden, maar binnen GA4 worden deze automatisch inzichtelijk meegenomen.
- Meer gebeurtenissen meten – in UA kon je maximaal 20 verschillende soorten conversies meten. In GA4 is het mogelijk om tot 30 verschillende conversies te meten. Binnen GA4 kun je dus meer gebeurtenissen meten.